Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Die zijn geld niet geeft op [7]woeker, en geen geschenk neemt tegen den onschuldige. Die deze dingen doet, zal niet [8]wankelen in eeuwigheid. 7. Zie Lev.25:36. 8. Of, vervallen, verschoven, verzet, verstoten worden; te weten, uit den stand der gelukzaligheid; dat is, hij zal in eeuwigheid niet verloren gaan, gelijk de Heere Christus spreekt Joh.10:28, Verg. hfdst.10 vs.6, en hfdst.16 vs.8, en hfdst.21 vs.8, en hfdst.55 vs.23, en hfdst.62 vs.3, verg. met vs.7, aldaar, en hfdst.66 vs.9; Spreuk.10:25, enz.